Dit artikel verscheen in De Tijd op 04 februari 2022 - geschreven door Dieter Dujardin. U kan het integrale artikel hieronder en op de website van De Tijd raadplegen.
In de Golfstaat Oman heerst een goldrushgevoel, sinds de sultans de ambitie hebben uitgesproken hun economie minder afhankelijk te maken van olie en gas. Geen maand gaat voorbij zonder dat een mondiale energiespeler als BP of Shell zegt er massale investeringen in wind en zon te willen doen, met het oog op de productie van groene waterstof en afgeleiden als ammoniak en methanol.
Luc Vandenbulcke, de CEO van DEME, moet er een beetje om gniffelen. Terwijl de concurrentie op papier met gigawatts zwaait, heeft de wereldleider in offshore windmolens al bijna tien jaar boots on the ground aan de Arabische Zee. DEME en Port of Antwerp bouwden samen met de Omaanse overheid de oude vissershaven van Duqm om tot een petrochemisch complex, waar de uitbreidingsmogelijkheden haast grenzeloos ogen.
‘Het komt er voor onze bedrijven op aan de eerste te zijn. Voor het project in Oman is het essentieel dat Europa snel een certificering aflevert, die de toekomstige productie hier erkent als groene energie. Samen met Duitsland trek ik aan de kar’ - Tinne Van der Straeten
Vorig jaar begonnen DEME en het oliebedrijf OQ met de voorbereidingen voor de grootschalige productie van groene waterstof, een pioniersproject in de Golfregio. Ze beschikken er over 150 vierkante kilometer grond die kan worden volgebouwd met windturbines, zonnepanelen en elektrolysers, die zeewater in waterstof omzetten.
Het komt er voor onze bedrijven op aan de eerste te zijn. Voor het project in Oman is het essentieel dat Europa snel een certificering aflevert.
‘Duqm is onze sweet spot’, zegt Vandenbulcke. ‘De omstandigheden voor hernieuwbare energie zijn bijna nergens beter. Overdag is er altijd zon en ’s nachts altijd wind, waardoor je hier een constante productie kan realiseren en dus de prijs drukken. Maar vooral: we hebben door de ontwikkeling van de haven een vertrouwensband opgebouwd met de Omani. Onze meetstations staan klaar, de financiële closing komt er volgend jaar aan en vanaf 2026 hopen we de productie op te starten. De Omani weten dat we geen speculanten zijn.’
Wat is waterstof?
Waterstof is een zeer brandbaar gas, dat zoals aardgas gebruikt kan worden voor de verwarming van gebouwen en als brandstof voor voertuigen. In tegenstelling tot fossiele brandstoffen bevat het geen koolstof. Maar voor de productie van waterstof is energie nodig. Die kan van aardgas komen (grijze waterstof, want er komt CO₂ vrij), maar ook van zonne- en windenergie (groene waterstof). Als de emissies opgevangen en opgeslagen worden, heet het blauwe waterstof. De productie van groene waterstof is fors duurder dan die van grijze waterstof.
‘Het wordt erg geapprecieerd dat Oman dankzij DEME en Port of Antwerp een first mover in de regio kan worden voor een van de belangrijkste nieuwe technologieën in de energietransitie’, zegt Philip Heylen, manager businessdevelopment van Ackermans & Van Haaren (AVH). De holding is de grootaandeelhouder van CFE, de bouwgroep waartoe DEME behoort. Dat in Duqm ook nieuwe olieraffinaderijen oprijzen, betekent volgens Antwerps havenbaas Jacques Vandermeiren niet dat de Omani aan greenwashing doen. ‘Dit is een groeiland. En sowieso zal de transitie over de hele wereld geleidelijk gaan. De vraag naar energie wordt te groot om in één klap te stoppen met fossiele brandstoffen.’
Koninklijke missie
Om aan de nieuwe sultan van Oman te tonen dat het België menens is, trekt een delegatie onder leiding van koning Filip en de ministers Tinne Van der Straeten (Groen) en Sophie Wilmès (MR) drie dagen door het land. Van der Straeten was vorig jaar de eerste westerse minister die een samenwerkingsakkoord sloot met Oman.
'Van der Straeten was vorig jaar de eerste westerse minister die een samenwerkingsakkoord sloot met Oman.'
Het belang van de investering van DEME, waarvan de kostprijs volgens Vandenbulcke honderden miljoenen zal bedragen, gaat dan ook veel verder dan één bedrijf. Voor de petrochemie in Antwerpen en voor energieverslinders als Arcelor Mittal is groene waterstof de heilige graal om de loodzware Europese CO2-doelstellingen te halen. Daarnaast heeft België met de havens van Antwerpen en Zeebrugge stevige troeven in handen om een van dé invoer- en doorvoerpolen van groene waterstof in West-Europa te worden.
Zeebrugge en bedrijven als Fluxys en Exmar hebben al ervaring met het aan land brengen en vervoeren van vloeibaar gas. En onder onze voeten loopt al vele jaren een enorm pijpleidingennetwerk voor waterstof en gas. Zowel de federale als de Vlaamse regering koestert in het kader van de relance concrete plannen om tegen 2026 de missing links weg te werken en dat leidingnetwerk uit te breiden tot een echte waterstofruggengraat.
‘Groene waterstof is een gamechanger voor de industrie. Het komt er nu op aan die energie naar België te krijgen. De fusie tussen onze beide havens kadert in de energietransitie’, zeggen de Antwerpse havenschepen Annick De Ridder (N-VA) en de Brugse burgemeester Dirk De fauw (CD&V).
De prijzen zullen blijven dalen omdat we net als bij de oliemarkt naar een wereldwijde competitie gaan, iets wat momenteel ontbreekt op de elektriciteitsmarkt.’
Maar de concurrentie is hard. In Europa zetten Duitsland en Nederland zwaar in op groene waterstof. En in Spanje wil de haven van Valencia een toegangspoort worden. Volgens Vandermeiren is het een illusie te denken dat België de volledige import zal binnenhalen. Alvast Oman onderhandelt niet met de Belgen alleen. Voor de afname van de groene waterstof van DEME en OQ zijn er al overeenkomsten gesloten met het Duitse energiebedrijf Uniper. DEME heeft de wil om een deel van de energie naar België te laten stromen, maar uiteindelijk zal de vrije markt spelen.
Voor de productie jaagt de hele geïndustrialiseerde wereld op samenwerkingen met landen in Afrika, Zuid-Amerika, Oceanië en het Midden-Oosten, die zonovergoten zijn, maar niet altijd stabiel. Dat mocht Duitsland recent ervaren met een afgesproken deal met Marokko. DEME maakt zich op dat vlak geen zorgen over Oman. Zelfs de recente machtsoverdracht veroorzaakte niet de minste rimpeling.
‘Het komt er voor onze bedrijven op aan de eerste te zijn. Voor het project in Oman is het essentieel dat Europa snel een certificering aflevert, die de toekomstige productie hier erkent als groene energie. Samen met Duitsland trek ik aan de kar’, zegt Van der Straeten, die zich tijdens de reis opvallend vlot beweegt tussen captains of industry als Luc Bertrand (AvH) en Alain Bernard (DEME). Groene waterstof is politiek dan ook een aantrekkelijker verhaal dan de besmette kernuitstap.
Wanneer de koning vrijdagmiddag na het bezoek aan Duqm naar Abu Dhabi doorvliegt, blijven Van der Straeten en Vandermeiren in Oman achter voor een weekend gesprekken over die certificering. Daarvoor komt ook een delegatie van de Europese Commissie overgevlogen.
Vraagtekens
Maar de waterstofhype komt met evenveel vraagtekens als verwachtingen. Voor de productie van groene waterstof is massaal veel energie nodig, het transport per schip is peperduur en de immense vraag die er zeker vanuit Europa zal ontstaan, kan de marktprijzen omhoog drijven. Maar Vandenbulcke van DEME maakt zich weinig zorgen. ‘Toen wij 20 jaar geleden met offshore wind begonnen in Scandinavië, was hernieuwbare energie 5 keer duurder dan de marktprijs. Vandaag is het verschil nu al vele malen kleiner. Zeker op het Arabisch schiereiland, waar een megawattuur zonne-energie op sommige plaatsen 10 dollar kost. En de prijzen zullen blijven dalen, omdat we net als bij de oliemarkt naar een wereldwijde competitie gaan, iets wat momenteel ontbreekt op de elektriciteitsmarkt.’
DEME wil vanaf 2026 starten met een elektrolysecapaciteit van 500 megawatt in Duqm om op termijn op te schalen naar 1,5 gigawatt. 500 megawatt is het vermogen van een halve kerncentrale, wat bij deze technologie vrij ambitieus is. Vandaag draaien in de wereld geen elektrolysers die meer dan 50 megawatt produceren.